Ben je (misschien) elkaars fiscaal partner? Ontdek wat dat betekent, wanneer je eraan voldoet en hoe je aftrekposten, heffingskortingen, box 3-vermogen en toeslagen slim verdeelt voor maximaal voordeel. Met praktische voorbeelden, duidelijke regels en snelle stappen in Mijn Belastingdienst voorkom je valkuilen en haal je het meeste uit je aangifte.
Wat is een fiscaal partner
Een fiscaal partner is de persoon met wie je voor de Nederlandse inkomstenbelasting als één huishouden wordt gezien, waardoor je bepaalde inkomens, aftrekposten en vermogen samen mag verdelen. Meestal ben je automatisch fiscaal partner als je getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap hebt. Woon je samen zonder huwelijk, dan kun je ook fiscaal partner zijn als je op hetzelfde adres staat ingeschreven en aan extra voorwaarden voldoet, zoals een notarieel samenlevingscontract met zorgverplichting, samen een eigen woning, een gezamenlijk minderjarig kind of elkaar als pensioenpartner hebben. Het idee achter fiscaal partnerschap is dat je belastingpositie beter kan aansluiten bij jullie gezamenlijke situatie: je kunt bijvoorbeeld hypotheekrenteaftrek, giften en zorgkosten verdelen voor het meest gunstige belastingvoordeel, en ook het box 3-vermogen slim toerekenen.
Daarnaast spelen heffingskortingen en toeslagen vaak anders uit zodra je fiscaal partner bent, omdat inkomens en vermogen dan samen tellen. Het partnerschap geldt meestal voor het hele kalenderjaar als je op 31 december partners bent, en in bijzondere situaties zoals overlijden zijn er speciale regels. De term “fiscale partner” wordt soms gebruikt in de volksmond, maar “fiscaal partner” is de juiste benaming. In België werkt het belastingstelsel anders, maar het idee van partners die samen worden beoordeeld ken je daar vooral via huwelijk of wettelijk samenwonen; in dit artikel focussen we op de Nederlandse regels zodat je precies weet waar je aan toe bent.
Definitie en termgebruik (fiscaal VS fiscale partner)
Een fiscaal partner is de persoon met wie je voor de inkomstenbelasting als één fiscale eenheid wordt beoordeeld voor bepaalde onderdelen, zoals de verdeling van aftrekposten, vermogen en sommige heffingskortingen. In wet- en beleidsteksten is de officiële term fiscaal partner. De variant fiscale partner duikt vaak op in spreektaal en online zoekopdrachten, maar is taalkundig gezien de verbogen vorm van het bijvoeglijk naamwoord fiscaal en hoort hier niet als vaste term.
Zeg je toch fiscale partner, dan begrijpt iedereen wat je bedoelt, maar wil je netjes en eenduidig communiceren met de Belastingdienst, gebruik dan fiscaal partner. Een handig synoniem dat je ook vaak ziet is partner voor de belasting, dat inhoudelijk hetzelfde bedoelt.
Criteria en periode waarin fiscaal partnerschap geldt
Je bent automatisch fiscaal partner als je getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap hebt. Woon je samen, dan word je fiscaal partner als je allebei op hetzelfde adres staat ingeschreven én aan minstens één extra voorwaarde voldoet, zoals een notarieel samenlevingscontract met zorgverplichting, een gezamenlijk (of erkend) minderjarig kind, gezamenlijke eigendom van de eigen woning of elkaars pensioenpartner zijn.
Het fiscaal partnerschap start op de dag dat je aan de voorwaarden voldoet en eindigt zodra dat niet meer zo is, bijvoorbeeld bij uit elkaar gaan of verhuizen. Ben je op 31 december fiscaal partner, dan mag je samen kiezen om voor het hele jaar als partners te worden aangemerkt. Bij overlijden geldt een vergelijkbare jaarkeuze, mits je op het moment van overlijden partners was.
Uitzonderingen en randgevallen
Er zijn situaties waarin fiscaal partnerschap net anders uitpakt dan je verwacht. Ben je getrouwd of heb je een geregistreerd partnerschap, dan blijf je meestal fiscaal partner, ook als je tijdelijk niet op hetzelfde adres staat; je bent pas geen partners meer als je uit elkaar gaat én een scheiding of ontbinding in gang is gezet. Woon je samen met een ouder, meerderjarig kind, broer of zus, dan ben je alleen fiscaal partner als je bovendien aan een partnercriterium voldoet, zoals een gezamenlijke eigen woning of een notarieel samenlevingscontract; met een minderjarig kind kun je geen fiscaal partners zijn.
Huisgenoten in een studentenhuis of friends die samen huren zijn dus niet automatisch partners. Verhuist één van jullie naar een zorginstelling of tijdelijk naar het buitenland, dan kan het partnerschap blijven gelden. Je kunt maar één fiscaal partner tegelijk hebben.
[TIP] Tip: Vink fiscaal partnerschap aan in aangifte voor verdeling van aftrekposten.
Voordelen en nadelen van fiscaal partnerschap
Fiscaal partnerschap kan gunstig zijn, maar brengt ook aandachtspunten mee. Hieronder de belangrijkste voor- en nadelen in de praktijk.
- Aftrekposten en vermogen verdelen: jullie mogen aftrekposten (zoals hypotheekrente, giften en zorgkosten) én het box 3-vermogen elk jaar vrij verdelen om de belastingdruk te verlagen; zo benut je aftrek bij de partner met het hoogste tarief en beide heffingsvrije vermogens in box 3. De keuze mag je per jaar aanpassen tot de definitieve aanslag is opgelegd.
- Heffingskortingen en toeslagen: door inkomen slim te verdelen benut je heffingskortingen (o.a. arbeidskorting) vaak beter; de algemene heffingskorting is nog maar beperkt overdraagbaar en vooral relevant als één van jullie vóór 1963 is geboren. Voor toeslagen worden inkomen en vermogen samen getoetst: één gezamenlijke aanvraag is handig, maar je overschrijdt sneller grenzen voor zorgtoeslag, huurtoeslag, kindgebonden budget en kinderopvangtoeslag.
- Mogelijke nadelen en valkuilen: samengaan kan drempels voor aftrekbare zorgkosten en giften verhogen (het drempelinkomen telt samen) en kan toeslagen verlagen of tot terugvorderingen leiden. Komt jullie gezamenlijke box 3-vermogen boven de vrijstellingen uit, dan kan de heffing juist stijgen; check daarom de verdeling en gevolgen bij wijzigingen in jullie situatie.
Reken verschillende verdelingen door voordat je indient. Zo pak je de voordelen mee en voorkom je verrassingen bij de aanslag of toeslagen.
Aftrekposten en vermogen verdelen
Als fiscale partners mag je veel gezamenlijke posten elk jaar in de aangifte verdelen van 0% tot 100%. Denk aan de eigen woning (eigenwoningforfait en hypotheekrente samen), giften, specifieke zorgkosten, betaalde partneralimentatie en lijfrentepremies. Door slim te schuiven kun je aftrek zoveel mogelijk laten vallen bij degene met het hoogste belastbare inkomen, zodat je meer belasting terugkrijgt en drempels sneller doorbreekt.
Voor box 3 mag je het vermogen en de schulden vrij toerekenen. Samen heb je recht op een dubbele heffingsvrije voet; de totale box 3-heffing verandert meestal niet door de verdeling, maar de toerekening kan wél handig zijn voor overzicht en sommige inkomens- of drempelberekeningen. Je kiest de verdeling ieder jaar opnieuw in Mijn Belastingdienst en je ziet direct het effect.
Heffingskortingen en toeslagen
Als fiscale partners krijg je te maken met twee groepen regels: heffingskortingen in de belasting en toeslagen die op jaarbasis worden berekend. Heffingskortingen zijn individueel, maar de hoogte hangt af van je eigen inkomen; door aftrekposten te verdelen kun je arbeidskorting en andere inkomensafhankelijke kortingen soms beter benutten. De algemene heffingskorting uit laten betalen aan de minstverdienende partner kan in beperkte gevallen nog, vooral als die is geboren vóór 1963 en de ander genoeg belasting betaalt.
Voor toeslagen word je toeslagpartners: je telt inkomen en vermogen samen voor zorgtoeslag, huurtoeslag, kindgebonden budget en kinderopvangtoeslag. Dat maakt aanvragen overzichtelijker, maar kan er ook voor zorgen dat je boven inkomens- of vermogensgrenzen uitkomt of extra voorwaarden gelden, zoals allebei werken voor kinderopvangtoeslag.
Mogelijke nadelen en valkuilen
Fiscaal partnerschap is niet altijd voordelig. Doordat je inkomen en vermogen samen meetellen voor toeslagen, kun je boven de grenzen uitkomen en (een deel van) zorgtoeslag, huurtoeslag, kinderopvangtoeslag of kindgebonden budget verliezen. In box 3 heb je wel een dubbele vrijstelling, maar gezamenlijk vermogen kan alsnog sneller leiden tot belasting, zeker als je spaargeld of beleggingen flink zijn gestegen.
Verdeel je aftrekposten onhandig, dan laat je belastingvoordeel liggen; een verkeerde keuze of vergeten aanpassing kost direct geld. Let ook op de jaarkeuze: partners op 31 december mogen het hele jaar als partners tellen, wat gunstig kan zijn, maar soms juist niet. Verder ben je samen verantwoordelijk voor de aangifte en kun je naheffingen of boetes allebei gepresenteerd krijgen als er fouten in staan.
[TIP] Tip: Maak proefberekeningen; vergelijk totale belastingdruk met en zonder fiscaal partnerschap.
Praktische situaties en voorbeelden
In de praktijk zie je fiscaal partnerschap vooral bij huwelijk en geregistreerd partnerschap: je bent automatisch partners, ook als je tijdelijk niet op hetzelfde adres staat, bijvoorbeeld door werk of opname in een zorginstelling. Woon je samen, dan word je fiscaal partners zodra je op hetzelfde adres staat én aan een extra voorwaarde voldoet, zoals samen eigenaar zijn van de woning, een notarieel samenlevingscontract met zorgverplichting, een gezamenlijk of erkend minderjarig kind, of elkaar als pensioenpartner hebben. Friends die een huis delen of studenten in één huis zijn dus niet automatisch partners.
Start je halverwege het jaar met samenwonen en voldoe je aan de voorwaarden, dan kun je vaak kiezen om voor het hele jaar partners te zijn, wat handig kan zijn voor de verdeling van hypotheekrente, zorgkosten of giften. Ga je uit elkaar, dan eindigt het partnerschap meestal pas als je niet meer op hetzelfde adres staat en een scheiding of ontbinding is gestart. Bij overlijden gelden aparte jaarregels. Met minderjarige kinderen kun je geen fiscaal partners zijn; met een ouder of meerderjarig kind soms wel, als je aan de voorwaarden voldoet.
Samenwonen, huwelijk en geregistreerd partnerschap
Deze vergelijking laat zien hoe fiscaal partnerschap werkt bij samenwonen, huwelijk en geregistreerd partnerschap: wanneer het (automatisch) ontstaat, vanaf wanneer het geldt en waar je in de aangifte op let.
| Relatievorm | Wanneer fiscaal partner | Ingang en duur | Bijzonderheden voor de aangifte |
|---|---|---|---|
| Samenwonen (ongehuwd) | Alleen als jullie beiden 18+ zijn, op hetzelfde BRP-adres staan én minimaal één extra voorwaarde geldt: notarieel samenlevingscontract; gezamenlijk of erkend kind; elkaars pensioenpartner; samen eigenaar van de eigen woning; of vorig jaar al fiscale partners. | Vanaf de dag waarop aan alle voorwaarden is voldaan. Keuze voor het hele jaar is mogelijk als jullie op 31-12 fiscale partners zijn (of bij overlijden in het jaar). | Zonder extra voorwaarde géén fiscaal partnerschap. Aftrekposten/vermogen verdelen kan alleen als je fiscaal partners bent. Toeslagpartner kan afwijken: check Toeslagen. |
| Huwelijk | Automatisch fiscale partners, tenzij jullie duurzaam gescheiden leven (waaronder scheiding van tafel en bed). | Vanaf de huwelijksdatum. Keuze voor het hele jaar mogelijk als jullie op 31-12 fiscale partners zijn (of bij overlijden in het jaar). | Inschrijving op hetzelfde adres is niet vereist. Bij aanvang/einde in het jaar kunnen jullie gemeenschappelijke posten verdelen over het jaar (of kiezen voor hele jaar). |
| Geregistreerd partnerschap | Automatisch fiscale partners, tenzij duurzaam gescheiden leven. | Vanaf de registratiedatum. Keuze voor het hele jaar mogelijk als jullie op 31-12 fiscale partners zijn (of bij overlijden in het jaar). | Regels zijn gelijk aan huwelijk. Bij beëindiging in het jaar: let op de datum voor verdeling van aftrekposten en vermogen. |
Kern: trouwen of een geregistreerd partnerschap maakt je automatisch fiscaal partner; samenwonen alleen met extra voorwaarden. Word je in de loop van het jaar partners, dan kun je vaak kiezen om voor het hele jaar als fiscale partners te worden behandeld.
Ben je getrouwd of heb je een geregistreerd partnerschap (een wettelijk alternatief voor trouwen), dan ben je automatisch elkaars fiscaal partner. Dat blijft meestal zo, ook als je tijdelijk niet op hetzelfde adres staat, tenzij je uit elkaar gaat en de scheiding of ontbinding officieel in gang zet. Woon je samen zonder huwelijk, dan word je pas fiscaal partners als je allebei op hetzelfde adres staat én aan een extra voorwaarde voldoet, zoals een notarieel samenlevingscontract met zorgverplichting, samen eigenaar zijn van de woning, een gezamenlijk minderjarig kind of elkaars pensioenpartner zijn.
Deel je een huis met een vriend(in) of als student, dan ben je niet automatisch fiscaal partner en gelden die extra voorwaarden dus extra scherp.
Uit elkaar gaan, scheiden of overlijden in het jaar
Ga je uit elkaar, dan eindigt fiscaal partnerschap op het moment dat je niet meer op hetzelfde adres staat én (bij huwelijk of geregistreerd partnerschap) de scheiding of ontbinding officieel in gang is gezet. Woonde je samen zonder huwelijk, dan stopt het partnerschap zodra je niet meer samen ingeschreven staat of het partnercriterium wegvalt, bijvoorbeeld als de gezamenlijke woning is verkocht.
Voor het deel van het jaar dat je nog partners was, mag je aftrekposten en vermogen verdelen; daarna doe je ieder apart aangifte. Ben je op 31 december geen partners meer, dan kun je niet voor het hele jaar kiezen. Overlijdt je partner in het jaar, dan mag je er wél voor kiezen om voor het hele jaar fiscale partners te zijn.
Eigen woning, box 3 en kinderen
Heb je een eigen woning, dan valt die meestal in box 1: je rekent het eigenwoningforfait en de hypotheekrente samen tot de gezamenlijke posten die je als fiscale partners vrij mag verdelen voor het beste voordeel. Spaargeld en beleggingen zitten in box 3; als partners tel je je vermogens samen, heb je samen een dubbele heffingsvrije voet en mag je de toerekening van vermogen en schulden jaarlijks aanpassen.
Met kinderen speelt nog iets extra’s: woon je samen en heb je een gezamenlijk minderjarig kind, dan voldoe je vaak aan een partnercriterium en ben je sneller fiscaal partners. Je kunt nooit fiscaal partner zijn met je eigen minderjarig kind. Voor kindgebonden budget en kinderopvangtoeslag tellen jullie inkomens bij partners juist samen mee, wat uitkomst of drempels kan bepalen.
[TIP] Tip: Verdeel hypotheekrenteaftrek samen voor maximale teruggave in jullie aangifte.
Zo regel je het in je aangifte
Zo regel je je fiscaal partnerschap soepel in Mijn Belastingdienst. Met deze stappen bevestig je het partnerschap, verdeel je posten en voorkom je veelgemaakte fouten.
- Stappen in Mijn Belastingdienst: log in, controleer of je partner automatisch is herkend (BRP) en bevestig in het onderdeel Fiscaal partnerschap; was je op 31 december partners, kies eventueel voor het hele jaar; doorloop samen de onderdelen (inkomsten, eigen woning, aftrekposten, box 3) en verdeel per verdelingspost de percentages om direct het effect op jullie te betalen/te ontvangen bedrag te zien; werd je halverwege het jaar partner of ging je uit elkaar/overleed een partner, geef de juiste periode aan-de software splitst het jaar automatisch.
- Documenten klaarleggen: jaaropgaven (loon/uitkering/pensioen), hypotheek- en jaaroverzicht en WOZ-beschikking, notarisafrekening (bij aankoop/verkoop), bank- en beleggingsoverzichten per 1 januari/31 december, bewijzen van giften (ANBI/vereniging), zorg- en studiekosten, partneralimentatie, kinderopvanggegevens en eventueel samenlevingscontract/huwelijksakte/inschrijving BRP.
- Snelle checks en valkuilen: gebruik in beide aangiften dezelfde verdeling en controleer het eindresultaat; voorkom dubbele of ontbrekende aftrek (bijv. hypotheekrente of zorgkosten); let op box 3-peildatum (1 januari) en verdeelde vermogens; houd rekening met effecten op heffingskortingen en toeslagen bij het verdelen van inkomen en aftrek; controleer altijd de juiste periode bij begin/einde partnerschap en bewaar je bewijsstukken goed.
Neem de tijd om de verdeling te optimaliseren; een paar procentpunten kunnen veel schelen. Twijfel je? Sla op en kom later terug of vraag samen even advies.
Stappenplan in Mijn belastingdienst
Log in met je DigiD op Mijn Belastingdienst en controleer of je partner automatisch is herkend; zo niet, geef het partnerschap handmatig aan. Als je op 31 december partners was, kies je of je voor het hele jaar als partners wordt aangemerkt. Vul daarna samen de gegevens in bij inkomsten, eigen woning, aftrekposten en box 3. Bij gezamenlijke posten kun je de verdeling per onderdeel instellen; met de schuifjes zie je direct het effect op jullie teruggave of betaling.
Is je partnerschap in de loop van het jaar gestart of gestopt, geef dan de juiste periode door zodat de aangifte het jaar splitst. Laat de aangifte door jullie beiden ondertekenen met DigiD of machtig elkaar. Sla een kopie op en bewaar je bewijsstukken; controleer tot slot ook de impact op je toeslagen.
Documenten en bewijsstukken die je klaarlegt
Leg alles klaar wat je fiscaal partnerschap en je posten onderbouwt, zodat je soepel door de aangifte loopt. Denk aan je DigiD-gegevens, BSN en IBAN, plus jaaropgaven loon of uitkering, hypotheekjaaroverzicht, WOZ-beschikking en eventuele notarisafrekening bij aankoop of verkoop van je woning. Voor box 3 heb je bank- en beleggingsoverzichten rond 1 januari nodig en bewijs van schulden. Verzamel ook kwitanties van giften, specificaties van specifieke zorgkosten, betaalbewijzen van partneralimentatie en jaaropgaven van lijfrente of pensioenpremies.
Woon je samen zonder huwelijk, houd je notarieel samenlevingscontract of bewijs van een partnercriterium paraat; bij huwelijk of geregistreerd partnerschap volstaat registratie in de BRP. Je hoeft niets mee te sturen, maar bewaar alles netjes voor het geval de Belastingdienst om bewijs vraagt.
Veelgemaakte fouten en snelle checks
Veel fouten ontstaan doordat je partnerschap niet goed staat ingesteld of de periode niet klopt, vooral bij starten of uit elkaar gaan in het jaar. Check eerst of je partner is herkend en of je de jaarkeuze op 31 december bewust hebt gemaakt. Kijk vervolgens of je gezamenlijke posten slim en consistent verdeelt; de verdeling mag 0-100 zijn, maar zorg dat het totaal op 100% uitkomt en dat eigenwoningforfait en hypotheekrente samen aansluiten op jullie eigendomsverhouding.
Controleer ook box 3: tel je vermogen samen, gebruik de dubbele vrijstelling en wijs vermogen logisch toe. Vul het juiste WOZ-jaar in, voorkom dubbele aftrek van hypotheekrente en vergeet niet beide met DigiD te ondertekenen of te machtigen. Doe tot slot een snelle toeslagencheck, want een andere verdeling of periode kan je recht direct beïnvloeden.
Veelgestelde vragen over fiscaal partner
Wat is het belangrijkste om te weten over fiscaal partner?
Een fiscaal of fiscale partner is de persoon met wie je voor de Belastingdienst als één wordt geteld. Geldt bij huwelijk, geregistreerd partnerschap en samenwoning met contract of koophuis. Partner op 31 december? Dan jaarrond.
Hoe begin je het beste met fiscaal partner?
Check eerst of en vanaf wanneer jullie fiscaal partners zijn (partnerkeuze/jaarperiode). Verzamel jaaropgaven, WOZ/hypotheekgegevens, banksaldi en BSN’s. Start in Mijn Belastingdienst, vink ‘fiscaal partner’ aan, importeer gegevens en verdeel aftrekposten en box-3-vermogen optimaal.
Wat zijn veelgemaakte fouten bij fiscaal partner?
Vergeten partnerperiode vast te leggen, ongunstige verdeling van box 3 en aftrekposten, dubbele of ontbrekende hypotheekrente, geen rekening houden met toeslagen en algemene heffingskorting, en elk afzonderlijk aangifte indienen. Controleer overlijden/scheiding, bewijsstukken en identieke verdeling.